Bestanden naar je repository sturen met commit
Op deze pagina:
Via git commit stuur je de bij de index aangemelde (via add) bestanden naar je repository.
Bij het uitvoeren van een commit maakt git een snapshot van de index en plaatst dat snapshot in de object store. Er is een één-op-één relatie tussen een set veranderingen in de repository en een commit. Een commit is de enige manier om een repository aan te passen. Een commit van een set veranderingen wordt in zijn geheel doorgevoerd of in zijn geheel niet doorgevoerd. Een gedeeltelijke doorvoering van een set veranderingen kan niet.
De -a of --all optie bij een git commit
De -a of --all optie bij een git commit zorgt ervoor dat automatisch alle niet aangemelde bestanden, inclusief verwijderingen, worden aangemeld voordat de commit wordt uitgevoerd. Nieuwe directories en de inhoud daarvan gaan dan echter niet mee.
De verplichte commit reden meegeven
Als je geen commit reden meegeeft op de opdrachtregel, dan zal git een editor openen zodat je een commit reden kan ingeven. Als je in de editor bezig bent en besluit om dit af te breken, dan sluit je gewoon de editor zonder op te slaan. Je hebt dan een lege commit reden. Als het daarvoor al te laat is omdat je de commit reden al hebt opgeslagen, dan kan je de commit reden wissen en opnieuw een commit reden ingeven en opslaan. Git staat geen lege commit reden toe bij een commit.
Een duidelijke omschrijving van de verandering die in een commit zit helpt als je deze later wil terugzoeken. Van te voren weet je meestal niet of je ooit nog eens naar de commit wil zoeken, een vage commit reden als 'nieuwe versie' is niet handig om te gebruiken, deze helpt je niet bij het zoeken.
De naam van een commit
Verwijzen naar een commit kan met de hash van de commit als naam. Deze hash is uniek en verwijst altijd naar die ene commit.
HEAD verwijst altijd naar de meest recente commit.